Je mag ze natuurlijk allebei gebruiken. Zowel een okkernoot als een walnoot zijn woorden die verwijzen naar de boom met de wetenschappelijke naam Juglans regia.
Misschien beginnen we best met die botanische naam: Juglans regia. Die is gebaseerd op het Latijnse iovis glans of de noot van Jupiter. Ju-glans is een samentrekking. Jupiter is de Romeinse oppergod, veel goddelijker kan je dus niet worden als notenboom. En regia betekent koninklijk. De koning is het hoogste gezag op aarde, dus veel machtiger kan je als notenboom niet worden. Maar waarom gebruiken we dan 2 woorden in het Nederlands voor deze “koninklijke noot van Jupiter”?
Walnoot komt van het Duitse Walnuss of het Engelse Walnut. Die “wal” komt uit het Proto-Germaanse woord “walha” waarmee de Germanen hun niet Germaanse buren benoemden zoals de Kelten en de Romeinen. Je vindt trouwens diezelfde stam terug in de woorden Wallonië, Wales en Cornwall. Dus Walnoot betekent: “buitenlandse” noot. De Walnoot werd immers door de Romeinen in West-Europa geïntroduceerd vanuit Klein-Azie. De Hazelnoot was hier toen wel al aanwezig.
Maar hoe zit dat dan met die okkernoot? Die komt al voor in het Middelnederlands : ockernote. Dat woord is op zijn beurt een verbastering van het woord nokernote. Die noker is afkomstig van het Laat-Latijnse nucarius of het woordje nux wat gewoon noot betekent in het Latijn. Okkernoot is dus twee keer hetzelfde: “noot-noot”.
Weet je wat nu straf is ? Deze goddelijke, koninklijke noot-noot is eigenlijk een steenvrucht, net zoals de pruimen en amandelen (jawel!) en geen noot volgens de wetenschappers. Echte noten zijn bijvoorbeeld eikels en hazelnoten. Wat wij de okkernoot noemen is eigenlijk de steen met daarin het zaad. Wij eten dus het zaad, de pitjes als je het zo wilt noemen, van deze imposante boom.
Maar er is meer bruikbaar: het groene vruchtvlees is in onrijpe toestand een essentieel onderdeel van de in onze familie erg gewaardeerde notenporto. Je kan er ook bister of walnoteninkt van maken. De doppen van de noten gebruiken we als aanmaakhout voor de kachel. Je kan ze ook composteren en er zijn ongetwijfeld nog veel knutselmogelijkheden.
Noten zijn superfoods. 100 gram walnoten (dus de “zaadjes”) bevat 15 gram eiwit, 65 gram vet, waarvan maar 6 gram verzadigd vet en 14 gram koolhydraten, waarvan 7 gram als vezels. Samen goed voor 654 kilocalorieën. Daarnaast zit er nog natrium, kalium, ijzer, selenium, zink, magnesium, calcium, vitamine C en B en allerlei andere micro-elementen in. Of anders gezegd veel anti-oxidanten, veel onverzadigde vetten, veel vezels en veel interessante aminozuren. Onze goddelijke oppernoot is kankerremmend, herstelt hart- en bloedvaten, verhoogt de spermakwaliteit, helpt bij gewichtscontrole, slaap, zwangerschap, diabetes, gezondheid van de hersenen en allicht nog veel meer …zo lang je er niet allergisch op reageert.
Je kan ze vers of gedroogd eten, je kan er olie uit persen, je kan ze verwerken in honderden gerechten. Je mag ze alleen niet boven de 150°C verwarmen, want dan worden de vetzuren ranzig en verliest de noot veel van zijn smaak en kwaliteiten.
Wij zijn alvast blij met de gigantische exemplaren van onze “koninklijke oppergod noot-noot” in onze Drakentuin.